Welke nieuwe fiscale maatregelen heeft de nieuwe Vlaamse regering in petto?
Datum
In september werden er in het Vlaams regeerakkoord (periode 2024-2029) een aantal fiscale maatregelen aangekondigd. Waar in een eerste fase er enkel een aantal algemene principes werden bekendgemaakt, lijkt de concrete invulling stilaan meer vorm te krijgen. Hieronder worden enkele fiscale maatregelen uit het Vlaams akkoord uitgelicht. Uiteraard is dit nog met alle voorbehoud want er zijn momenteel nog geen officiële teksten beschikbaar en de kans is reëel dat de voorgestelde maatregelen nog verder worden bijgestuurd.
Het Vlaams regeerakkoord voorziet in de invoering van bijkomende belastingen en het afschaffen of hervormen van bepaalde belastingverminderingen of -voordelen.
Daarnaast worden er ook enkele ingrijpende wijzigingen doorgevoerd in de erfbelasting en de overdrachtsbelasting (“schenkingsrechten”).
Afschaffing fiscale vrijstellingen voor elektrische wagens
Er zou voor nulemissievoertuigen (lees: elektrische wagens) een einde komen aan de huidige vrijstelling van verkeersbelasting en van de belasting op inverkeerstelling.
Bestaande voertuigen zouden hun vrijstelling behouden, maar nieuwe voertuigen zouden niet langer gebruik kunnen maken van enerzijds de vrijstelling van de belasting op inverkeerstelling en anderzijds de jaarlijkse verkeersbelasting.
Hoewel het nog niet duidelijk is vanaf wanneer deze maatregel zou ingaan, kan het aangewezen zijn om bepaalde beslissingen omtrent de uitbreiding van het wagenpark niet meer te lang uit te stellen om zo eventueel nog voor de nieuw aan te kopen wagens te kunnen genieten van de oude regeling. Evenwel dienen we erop te wijzen dat er voor leasingvoertuigen nog overleg gevoerd dient worden met de andere gewesten. Heeft u verdere vragen over de vergroening van uw wagenpark, dan helpen wij u graag verder.
Afschaffing fiscale voordelen dienstencheques
De prijs van een dienstencheque zal – naar aanleiding van het Vlaams regeringsonderhandelingen – verhogen van 9 EUR per cheque naar 10 EUR per cheque. De belastingvermindering (van 20%) die gevraagd kon worden via de aangifte personenbelasting zou verdwijnen, waardoor de effectieve kostprijs van één cheque zou stijgen van 7,20 EUR naar 10 EUR, of een stijging van 39%.
Wie eventueel nog binnen de grenzen van de fiscale aftrek ruimte zou hebben om voor jaareinde dienstencheques aan te kopen voor prestaties die pas in 2025 geleverd zouden worden, kan eventueel overwegen om nog in 2024 bijkomende cheques aan te kopen om zo nog van de fiscale aftrek te genieten voor prestaties die in 2025 geleverd zouden worden. Het kan echter niet uitgesloten worden dat er antimisbruikbepalingen worden ingevoerd om dit tegen te gaan.
Schenk -en erfbelasting – wijzigingen tarieven en aanpassing vrijstellingen
In het regeerakkoord was reeds te lezen dat de Vlaamse regering de erfbelasting wou hervormen. Er zou een verlaging van de erfbelasting komen voor de kinderen, de langstlevende partner alsook voor de broers, zussen en andere personen. In eerste instantie zou de focus liggen op de kleine en middelgrote erfenissen en op de situatie waarbij er geen erfgenaam of begiftigen is in rechte lijn. Verder werd aangekondigd dat zogenaamde “achterpoortjes” gesloten zouden worden.
Nu, anderhalve maand later, ligt er een concreet voorstel tot invulling van de verlaging van de erfbelasting op tafel. Het is nog niet duidelijk of al deze nieuwe regels van toepassing zouden zijn vanaf 2026, zoals eerst aangekondigd was, of bepaalde maatregelen al vanaf 2025 (zoals de verlenging van de “verdachte periode” voor bepaalde schenkingen) gezien de recente verklaringen van de Vlaamse minister-president.
Concreet wil de Vlaamse regering de eerste 50.000 EUR voor kinderen vrijstellen, waarna de gewone erfbelastingtarieven van toepassing zouden zijn (3% - 9% - 27%). Door de vrijstelling over een bedrag van 50.000 EUR zouden de schalen als volgt hertekend worden:
- Tot 50.000 EUR: 0%
- Tot 150.000 EUR: 3%
- Van 150.001 EUR tot 250.000 EUR: 9%
- Meer dan 250.000 EUR: 27%
Voor echtgenoten en wettelijk samenwonenden zou er sprake zijn van een vrijstelling tot 150.000 EUR voor roerende goederen (bovenop de vrijstelling voor de gezinswoning). Waarna de nieuwe tarieven en schijven die voor kinderen van toepassing zijn, ook toegepast zouden worden bij de langstlevende partner:
- Tot 150.000 EUR (roerende goederen): 0%
- Tot 150.000 EUR: 3%
- Van 150.001 EUR tot 250.000 EUR: 9%
- Meer dan 250.000 EUR: 27%
Voor broers & zussen zou er gesleuteld worden aan zowel de schijven als de tarieven wat maakt dat zij 25% erfbelasting zouden betalen tot 75.000 EUR, 30% van 75.001 EUR tot 150.000 EUR en 55% op alles boven een bedrag van 150.000 EUR.
De tarieven en schijven zouden tevens wijzigen voor alle anderen in; 25% tot 75.000 EUR, 45% van 75.001 EUR tot 150.000 EUR en 55% erfbelasting op een erfenis met een waarde boven een bedrag van 150.000 EUR.
Een voorstel tot wijziging van de erfbelasting voor wie geen kinderen of partner nalaat, is nog niet uitgewerkt. Wel zou mogelijks de vriendenerfenis, waarbij in totaliteit 15.000 EUR nagelaten kan worden aan 3%, verdwijnen en vervangen worden door een regeling die nauwer aansluit bij de fiscale regime voor wie erft in rechte lijn, althans voor zij die een effectieve band heeft met de erflater.
Aan het principe omtrent de schenking of vererving van familiale ondernemingen of vennootschappen wil de Vlaamse regering niet raken, wel wil zij het vermeende achterpoortje voor “privévastgoed” sluiten en zal zij daarom trachten om de onroerende goederen die bestemd zijn voor bewoning uit te sluiten uit het fiscale gunstregime. Hierbij zou het de bedoeling zijn om privévastgoed altijd te onderwerpen aan de gewone tarieven van erf -of schenkbelasting en dus uit te sluiten van de gunstige regeling (0% bij schenking en 3% bij vererving) die geldt voor familiale ondernemingen of vennootschappen.
Verlenging “verdachte periode” voor hand- en bankgiften
Er zou ook gesleuteld worden aan de termijn van de verdachte periode voor onrechtstreekse schenkingen (met name voor hand- en bankgiften). Deze termijn laat toe om schenkingen van roerende goederen waarop geen schenkingsrechten betaald zijn alsnog aan de erfenis toe te voegen waardoor er hierover ook erfbelasting verschuldigd wordt. Waar deze “verdachte periode” momenteel 3 jaar bedraagt, zou men deze willen verlengen tot 5 jaar. Deze maatregel heeft als doel “onbelaste” giften te ontmoedigen zodat meer mensen hun gift/schenking toch laten registeren of de schenking laten plaatsvinden via de notaris.
Wie momenteel bezig is met successieplanning en overweegt om bepaalde bank- of handgiften te doen, houdt best rekening met deze ontwikkelingen. Mogelijk kan een schenking voor 31 december 2024 toelaten om niet onder de verlengde termijn van 5 jaar te vallen, hoewel het niet uit te sluiten valt dat men alsnog een vroegere ingangsdatum zou voorzien. Uiteraard helpen wij u graag verder in deze materie en in het uittekenen van uw successieplanning.
Verdere daling registratierechten voor aankoop enige en eigen woning
De registratierechten voor de aankoop van de enige en eigen woning zouden verder dalen van 3% naar 2% vanaf 1 januari 2025. Het is geen probleem als de compromis al getekend zou zijn eind 2024, het is enkel van belang dat de notariële akte ten vroegste in januari 2025 verleden wordt.
De voorwaarden om van dit gunsttarief te genieten zouden nog lichtjes verstrengd worden en voortaan zou ook het bezit van buitenlands vastgoed ertoe kunnen leiden dat het gunsttarief niet toegepast kan worden.
Daarnaast zou het tarief voor beroepsverkopers verhoogd worden van 4% naar 6%.
Mocht u hierbij al vragen of bemerkingen hebben of indien u graag met ons bekijkt of het zinvol is om op bepaalde maatregelen te anticiperen, aarzel dan niet om contact op te nemen met uw dossierbeheerder binnen Finvision.
Dit artikel werd het laatst bijgewerkt op 21/10/2024.